kanker en werk

Bespreek regelmatig met je werkgever hoe het gaat en pak het plan van aanpak erbij. Zo kun je zien of je niet te hard van stapel loopt. Of dat je juist wat extra aanmoediging of hulp nodig hebt.

Vertel je leidinggevende en collega’s wat je wel en (nog) niet kunt. Dan kunnen zij daar rekening mee houden. Probeer de communicatie met je collega’s hierover samen met je leidinggevende te doen. Dat voorkomt meestal misverstanden.

Vraag om een buddy: een collega die je kan bijpraten en helpt om je werk te organiseren. Wat doe je wel/niet, welke opdrachten of klussen neem je aan en welke doe je niet?

Omdat werken veel energie vraagt, is het advies om na de behandeling rustig te beginnen en je uren en werkzaamheden langzaam uit te breiden. Als je te hard en te snel aan het werk gaat, vraag je te veel van je lichaam en geest. Je hebt dan een grotere kans op een burn-out.

Maak samen met je coach een opbouwschema. Dat kan bijvoorbeeld bestaan uit een plan A en een plan B. Plan A is ambitieus, de uren en taken worden daarin snel opgebouwd. Plan B kent juist een veel lager tempo. Het doel is dat de uren- en takenopbouw niet sneller gaat dan Plan A, maar ook niet langzamer dan Plan B. Spreid je uren zo goed mogelijk over de week. Bouw vervolgens langzaam op.

Maak, indien mogelijk, je mailbox helemaal leeg: verwijder alle berichten zodat je met een schone lei kunt beginnen.

Houd je afwezigheidsassistent nog een tijdje aan. Maak een bericht waarin staat dat je een tijd afwezig bent geweest, dat je nu weer aan het opstarten bent en bijgepraat moet worden. En dat je graag opnieuw een mail ontvangt als je belangrijke informatie hebt gemist. Hiermee wordt het overzichtelijk en behapbaar.

Als het in jouw baan mogelijk is, begin dan met werk waar geen tijdsdruk op ligt. Overschat daarnaast je mogelijkheden niet. Stel haalbare doelen voor jezelf, en stem die af met je leidinggevende en je collega’s.

Houd een energiedagboek bij. Schrijf elke dag op wat je hebt gedaan (werk, huishoudelijke dingen, sociale contacten, bewegen etc.), waar je energie van kreeg, wat je energie heeft gekost. Gaat het even minder goed, dan kun je makkelijk terugkijken waardoor het zou kunnen komen. Luister naar je lichaam. Kun je je minder goed concentreren? Ben je snel geëmotioneerd of voel je je opgejaagd? Slaap je minder goed? Neem dan op tijd rust en doe een stap terug als het niet gaat. Ga niet over je grenzen heen.

Neem ook de tijd voor sociale contacten met je collega’s.
Zorg ook dat je genoeg energie overhoudt voor andere (belangrijke en fijne) dingen in je leven. Dus stop niet ál je energie in werk.
Zorg voor een goede balans tussen inspanning en ontspanning. Je huisarts of de bedrijfsarts kan hier tips over geven. Vraag daarbij ook naar beweegprogramma’s voor mensen met kanker. Bewegen kan klachten verminderen tijdens en na de behandeling.