fbpx

Hannie van Lent over economische zelfstandigheid

Op donderdag 1 september gaf Hannie van Lent, directeur van Startwijzer, een toespraak ter gelegenheid van 45 jaar vrouwenemancipatie in Hoorn. Ze sprak over economische zelfstandigheid, in het specifiek die van vrouwen. Benieuwd wat ze hierover te vertellen had? Hieronder lees je de speech terug.

“Toen mijn moeder – die nu 93 is – haar baas bij het Ministerie van Financiën vertelde dat ze ging trouwen, werd haar direct gezegd: pas maar op dat je niet zwanger raakt, want dan ben je je baan kwijt. We hebben het dan over 1954.

Nu, bijna 70 jaar later, is er ontzettend veel veranderd. Pas sinds 1955 worden vrouwen niet meer ontslagen uit overheidsdienst als ze trouwen en pas sinds 1956 worden vrouwen niet handelingsonbekwaam als ze trouwen. Voor die tijd mocht je als getrouwde vrouw geen eigen bankrekening hebben, geen hypotheek aanvragen, niet in overheidsdienst zijn en had je in juridisch opzicht niets te zeggen over je kinderen. Ook de komst van anticonceptie, het recht op abortus, bevallingsverlof, kinderopvang, heeft er allemaal aan bijgedragen dat vrouwen zichzelf kunnen ontwikkelen en eigen zelfstandig bestaan kunnen opbouwen. Ze hebben zich kunnen ontworstelen aan de traditionele rol van huisvrouw. Inmiddels is 64% van de vrouwen economisch zelfstandig: ze verdienen genoeg om ervan te kunnen leven. Bij mannen is dat 81%.

In deze lezing zal ik ingaan op die economische zelfstandigheid en emancipatie en daarbij putten uit mijn eigen ervaringen bij Startwijzer.

Emancipatie

Emancipatie is een breed begrip. Het betreft niet alleen vrouwen. Emancipatie is ‘het vinden van een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie.’ Emancipatie gaat om gelijke rechten en kansen. Voor veel groepen in onze Nederlandse samenleving gelden niet dezelfde kansen. Als je bijvoorbeeld in een ander land dan Nederland bent geboren, een andere huidskleur, seksuele voorkeur of godsdienst hebt. Of als je een beperking of een uitkering hebt. Kortom: als je afwijkt van de norm, dan zijn je rechten en kansen niet altijd gelijk. Bij Startwijzer merken we bijvoorbeeld dat parttime werken – wat voor Nederlandse vrouwen heel gebruikelijk is – voor Poolse vrouwen niet kan. Voor hen is de keuze 40 uur werken (in de praktijk vaak 50) of niet. De norm is niet voor iedereen gelijk. Er valt dus nog veel te doen.

Eigenlijk is ‘emancipatie’ een geërodeerd begrip: het klinkt wat gedateerd. Inclusie is de meer hedendaagse term die aangeeft dat iedereen meedoet en niemand aan de zijlijn staat. Want een volwaardige plaats hebben in de samenleving verrijkt het leven, dat weten wij als vrouwen hier allemaal uit ervaring. Dan doe je mee, want je verdient je eigen geld, naar je eigen mogelijkheden. En je bepaalt zelf hoe je het besteedt. Dat geeft eigenwaarde en het geeft je economische zelfstandigheid.

Het klinkt dus logisch: werken, geld verdienen, onafhankelijk zijn. Maar zo eenvoudig is het niet.

Sociale ladder opklimmen

De sociale ladder opklimmen en economisch onafhankelijk worden is niet zo makkelijk voor wie met een flinke achterstand aan het leven begint, beschrijft Tim S’Jongers in De Correspondent. Hij haalt Pierre Bourdieu aan die in zijn boek La Distinction uiteenzet dat onze maatschappelijke positie wordt bepaald door de verschillende kapitalen waarover we beschikken.

Financieel kapitaal zorgt dat je naar school kunt gaan en in je basisbehoeften kunt voorzien, zodat je daarna kunt werken aan je cultureel kapitaal, namelijk: vaardigheden ontwikkelen en diploma’s behalen. Sociaal kapitaal gaat over de sociale relaties die we hebben, en de hulpbronnen waarover die relaties beschikken: een ondersteunend netwerk dat je wegwijs kan maken in de samenleving, dat je met geld een duwtje in de rug geeft, of je kan helpen met nuttige contacten. Het Sociaal en Cultureel Planbureau voegt aan de indeling van Bourdieu ook nog persoonlijk kapitaal toe: je mentale en fysieke gezondheid, zelfvertrouwen en aantrekkelijkheid. 

Een tekort aan deze kapitalen, dus te weinig geld, verbroken sociale relaties, geen zicht op een goede arbeidspositie en verregaande mentale of fysieke aandoeningen, leidt tot problemen die op elkaar inspelen en elkaar versterken. Het zorgt voor gezinssituaties onder permanente hoogspanning, waarbij het ontworstelen aan deze cirkel van ellende een hele opgave is, die meer vergt dan alleen ‘hard’ werken. Bovendien is de Nederlandse arbeidsmarkt veeleisend: je moet veel weten en kunnen om te mògen meedoen.

Een stevige bodem is nodig

De sociale ladder beklimmen en economische zelfstandigheid bereiken gaat dus via het ontwikkelen van kennis, vaardigheden, sociale relaties en zelfvertrouwen. Maar dan moet die ladder op een stevige bodem staan, niet op drijfzand, stelt Tim ‘S Jongers. Hier in West-Friesland hebben we een gezonde, stevige bodem. De ladder zou dus stevig moeten kunnen staan. Maar als wij bij Startwijzer 150 vrouwen opleiden voor een baan in de zorg, blijven er altijd 8 of 9 over die niet te plaatsen zijn. En dat zijn altijd vrouwen van kleur.

Opvallend in het artikel van Tim ‘S Jongers is dat de mensen die er wèl in slaagden de sociale ladder op te klimmen, vaak aangaven dat ze op het juiste moment iemand tegenkwamen die hen iets extra’s gaf. Een steuntje, wat hulp of aandacht. We kunnen de klimmers dus een ‘kontje geven’. Dat kan het verschil maken in het leven van een ander. Als vrouwen weten we hoe onderlinge support ons verder kan brengen. Zo ook in economische zelfstandigheid.

Zestig jaar geleden waren de man-vrouwverschillen heel groot. Die verschillen zijn zeker niet verdwenen, maar de kloof is een stuk kleiner geworden. Tegenwoordig dreigt een nieuwe tweedeling. Tussen de hoogopgeleiden met geld en goede relaties en degenen aan de onderkant van de samenleving die enorm gestegen kosten voor levensonderhoud meer niet kunnen betalen. Een tweedeling tussen de haves en have-nots. Het verschil tussen meedoen in de samenleving of langs de zijlijn staan. Je ziet en voelt het steeds sterker, gewoon dagelijks in het straatbeeld.  

Elkaars ladders ondersteunen

Wat kunnen wij doen om die tweedeling te verkleinen en inclusie te vergroten? We kunnen elkaars ladders ondersteunen. Door elkaars cultureel, sociaal en persoonlijk kapitaal aan te vullen en door iedereen kansen te gunnen. Bij Startwijzer merken wij dagelijks in de praktijk hoe gelukkig mensen de deur uit gaan, als het is gelukt om na een tijd van niet-meedoen in een baan of betaald werk, opnieuw een ingang te vinden zodat ze weer wèl meedoen. Het is niet alleen het werk, maar ook de contacten, de regie over je eigen leven, dat maakt dat mensen helemaal blij zijn, als ze de periode van afhankelijkheid af kunnen sluiten. De vrijheid tegemoet.

Maar we kunnen allemaal ook in ons persoonlijk leven helpen om die tweedeling te verkleinen. Door af en toe wat steun, hulp of aandacht te geven aan de mensen om ons heen die op de een of andere manier afwijken van de norm. Want we hebben elkaar nodig. Het verpleeghuis van mijn moeder van 93 vraagt of wij als kinderen willen helpen om ontbijt te serveren vanwege een tekort aan arbeidskrachten. Tegelijkertijd staan veel mensen langs de zijlijn die graag zouden willen meedoen, waaronder ook de statushouders, de Oekraïners of de asielzoekers. Dat is een enorme verspilling van menselijk kapitaal en een verlies aan kansen voor iedereen. Dat mòet toch anders kunnen.

Een kontje geven

De samenleving is in de afgelopen 60 jaar verbeterd doordat vrouwen een gelijkwaardigere rol kregen. Laten we nu de samenleving inclusiever maken door degenen in achtergestelde posities, een ‘kontje te geven’. Zodat iedereen kan werken, zijn eigen geld kan verdienen, zijn eigenwaarde kan vergroten en economisch onafhankelijk kan zijn.”